Stripboeken zijn een kunst in België en deze staan dan ook welbekend als de “negende kunst”. Vooral in Brussel hebben stripboeken een speciale plek in het hart van de stad en haar burgers. De markt van stripbroeken is extreem groot en per jaar worden er meer dan 40 miljoen stripboeken gepubliceerd. In de Belgische hoofdstad vindt u speciale winkels, standbeelden, muurschilderingen, bars en musea, allemaal toegewijd aan stripboeken!
De geschiedenis van Belgische stripboeken
De eerste grootschalige productie van stripboeken in België startte in de tweede helft van 1920. Gedurende deze periode zag men de creaties van Zonneland / Petits Belges. Veel jonge schrijvers begonnen ook rond deze tijd. Het bekendste voorbeeld is Georges Remi, beter bekend als Hergé, die de avonturen van Kuifje bedacht in Januari 1929. Dit wordt beschouwd als het begin van de Belgische stripboeken traditie.
Hergé ontwikkelde zijn stijl in een razendsnel tempo en Kuifje werd ontzettend populair. Hergé en Kuifje werden het boegbeeld voor vele Belgische strips in termen als stijl, gebruik van spreekballonnen, publicaties en de transfer van tijdschriften of kranten naar een eigen stripboek.
Na de Tweede Wereldoorlog, werd de markt gedomineerd door publicaties zoals “Le Journal de Tintin” en “Le Journal de Spirou”. Het was gedurende deze post-oorlog periode dat stripboeken wereldwijde erkenning kregen.
Hedendaagse Belgische stripboeken
De interesse in Belgische stripboeken is gedaald, maar gelukkig hebben auteurs en uitgevers hun werk aangepast zodat het relevant is voor deze tijden.
De recente wederopbloei van sommige oude strips, zoals Blake & Mortimer, hebben alle records verbroken. Sommige klassiekers zoals Spirou en Fantasio, De smurfen, en Lucky Luke worden nog steeds geproduceerd en geschreven door nieuwe auteurs (aangezien de bedenkers helaas zijn overleden). Sommige nieuwe schrijvers hebben ook hun passie kunnen ontwikkelen. Jean van Hamme met Thorgal, XIII en Largo Winch, François Schuiten met “Les cités obscures” en “Métamorphoses”. Kinderen hebben ook hun favorieten zoals Jojo, Kid Paddle en Cédric and Le Petit Spirou.
Belgische stripboeken strijden nu harder dan ooit voor buitenlandse erkenning. Dit is een van de redenen waarom culturele en politieke autoriteiten hard werken aan de promotie en de leer van de negende kunst. Sommige scholen zijn geopend om potentiële nieuwe auteurs de kunst te leren. Grotere steden hebben geïnvesteerd in de creatie en/ of renovatie van muurschilderingen met daarop de helden uit de stripboeken.
Belgische trots
Brussel, en wellicht het gehele land, lijken verzot op stripboeken. België heeft 650 professionele stripboek auteurs. Dit is het hoogste aantal per vierkante kilometer in de wereld. Het is een land waar stripboeken zich hebben ontwikkeld in een vorm van kunst. De strips zijn gevestigd in de realiteit en in de verbeelding van mensen, sterker dan waar dan ook ter wereld.
Maar waarom is er een gekte rondom de stripboeken in België? Waarschijnlijk komt het door het feit dat alles in België startte. Nieuwe auteurs trekken vaak naar België door haar rijke geschiedenis aan stripboeken. De Belgen willen dit natuurlijk delen. Hun ouders en grootouders waren vaak in het bezit van de originele strips en zijn ermee opgegroeid. En net zoals elke andere traditie, wordt ook deze traditie overgedragen van de ene generatie op de andere generatie.
Wilt u meer weten?
Het Belgisch Stripmuseum is de plek om meer te weten te komen over Belgische stripboeken, hun geschiedenis, cultuur en helden. Sinds 1989 is het de trekpleister voor stripboekliefhebbers, met meer dan 200.000 bezoekers per jaar. Het is te vinden in een gebouw gecreëerd door de bekende architect Victor Horta. Dit musea heeft meer dan 4.200 m² ruimte aan permanente en tijdelijke exhibities. Het doel is om stripboeken te promoten door het tentoon te stellen als een integraal gedeelte van de Belgische cultuur. Hier kunt u meer dan 40.000 stripboeken vinden in 20 verschillende talen.
België heeft tot nu toe voor een rooskleurige toekomst voor de stripboeken gezorgd door middel van promotie, wederopbloei en het leren van de negende kunst. Een ding is zeker: België heeft nog veel spreekballonen te vullen.