De eerste jaren van verplicht onderwijs noemt men basis of lage school (basisscholen noemt men ook grammaticale scholen). Kinderen van 12 tot 18 jaar gaan naar het middelbaar onderwijs. Het middelbaar onderwijs is ingedeeld in het junior en senior onderwijs. Het junior onderwijs is voor kinderen van 12 tot 14 jaar en het senior onderwijs voor studenten van 15 tot 17 jaar.
Het verplichte onderwijs start op 5 of 6-jarige leeftijd. Dit hangt af van de staat en of de leerling een jaar kleuteronderwijs gevolgd heeft. Het kleuteronderwijs is niet altijd verplicht. Kinderen moeten de leeftijd van vijf jaar hebben bereikt voor de startdatum (bv. 1 september of oktober) om naar de kleuterschool te kunnen gaan. Het kind moet gewoonlijk ingeschreven zijn in de kleuterschool in het kalenderjaar waarin het zes jaar wordt. De basisschool is gewoonlijk gemeenschappelijk (jongens en meisjes gemengd) en zijn voor kinderen van 5 tot 11 jaar. Daarna gaan studenten naar de middelbare school. In sommige districten gaan leerlingen tot 13-jarige leeftijd naar de basisschool (tot graad 8) vooraleer ze naar een senior school gaan.
Het leerplan van de basisschool varieert met de organisatorische en educatieve doelstellingen van de individuele scholen en lokale gemeentes. Het feit of een kind mag overgaan naar een volgend jaar hangt af van welke vaardigheden de student behaald. De student moet enkel het jaar overdoen in uitzonderlijke omstandigheden. (Sommige districten hanteren testen om vast te stellen of het kind mag overgaan. Zo wordt de afhankelijk van sociale promotie verminderd.)
Basisscholen geven instructies over de fundamentele vaardigheden zoals, lezen, schrijven en wiskunde, geschiedenis, aardrijkskunde (onderwezen met sociale vakken), ambacht, muziek, wetenschappen, kunst en lichamelijke opvoeding. In de laatste jaren van het basisonderwijs worden er vreemde talen aangeleerd in sommige gebieden (hoewel in sommige steden, staatsscholen geen vreemde talen aanbieden). Leerlingen in de lagere school moeten regelmatig huiswerk maken, hoewel in vele scholen weinig kinderen dit naleven.
In sommige districten gaan studenten naar een gecombineerde junior/senior school tot 13-jarige leeftijd (graad 8) vooraleer ze een 4-jarige opleiding volgen aan een senior school. Net zoals de basisschool is het middelbaar onderwijs gemeenschappelijk. Amerikaanse middelbare scholen zijn vaak groter in andere landen. Daarbij komen regionale middelbare scholen met meer dan 2000 studenten vaker voor op het platteland dan in steden.
Studenten aan de middelbare school moeten een kern leerplan volgen gedurende een aantal jaren of semesters. Dit wordt bepaald door elke staat. Deze omvatten gewoonlijk Engels, wiskunde, wetenschappen, gezondheid, lichamelijke opvoeding en sociale wetenschappen (deze kunnen Amerikaanse geschiedenis en politiek, aardrijkskunde, wereld geschiedenis en sociale problemen omvatten). Studenten krijgen vaak academische vakken en de intelligentste studenten gaan sneller vooruit.
Naast de verplichte vakken kunnen studenten optionele vakken volgen. Deze vormen een supplement aan hun toekomstige onderwijs en carrière plannen. De facultatieve vakken omvatten ongeveer de helft van het studentenwerk in de graden 9 tot 12. De nadruk wordt elk semester op vier vakken gelegd
Middelbare scholen bieden een brede waaier aan vakken waaruit studenten kunnen kiezen. Dit programma bereidt hen voor op hun verdere studies aan de universiteit of hogeschool. De aangeboden cursussen variëren van school tot school en worden weergegeven in het leerplan. Rond de negende graad krijgen studenten advies inzake hun toekomstige leer of carrière plannen en kiezen voor vakken die aansluiten aan hun huidige opleiding. Ook in senior middelbare scholen en hogescholen wordt er advies gegeven, vooral in de eerste twee jaar van een junior school.
Grotere scholen hebben een groter aanbod aan facultatieve vakken voor academische, beroeps en algemene doeleinden. Studenten die naar de hogeschool of universiteit willen gaan kiezen cursussen met de nadruk op academische wetenschappen (biologie, chemie, fysica), wiskunde (algebra, geometrie, trigonometrie en calculus), geavanceerde Engelse literatuur, redactie, sociale wetenschappen en vreemde talen.
De praktische training voorziet lessen met vier concentratiegebieden: landbouwkundig onderwijs, bedrijfsmanagement (deze opleiding bereidt studenten voor op de commerciële wereld), huishoudkunde, kind en ziekenzorg, en handel en industrie (deze opleiding voorziet training voor arbeid in de bouw en fabrieken. Studenten die van plan zijn om het te maken in de zakenwereld kunnen een type cursus en opleiding voor boekhouden of zakelijk Engels volgen.
Het derde programma omvat een algemeen programma die academische en beroeps programma's verschaft. Deze introductiecursus legt eerder de nadruk op verschillende beroepen en kunstnijverheid dan trainingen voor een specifieke job. Diegene die willen genieten van het schoolleven, en niet naar een hogeschool willen gaan of onmiddellijk gaan werken, kunnen een algemeen programma volgen.
Na de voltooiing van de 12e graad ontvangt de student een diploma van de middelbare school. (In de VS studenten studenten af aan een middelbare scholen, junior middelbare scholen, basisscholen en zelfs kleuterscholen. Bij middelbare scholen wordt dit gevierd door het dragen van een speciale mantel, diploma's en speeches van de leerkrachten en studenten.
Deze ceremonies zijn ook bekend als 'commencement', omdat het de start van een nieuw stadium aangeeft in het studentenleven. Amerikanen zijn enthousiast over de mijlpalen en graduaties zijn geschikt om te vieren en te feesten. Voor de student (gewoonlijk de meest intelligente student) is het een eer om de afscheidstoespraak te mogen geven tijdens de diploma-uitreiking.
Sport (behalve lichamelijke opvoeding) is een extra vak binnen het leerplan en wordt gegeven buiten de schooluren. Team sporten komen veel voor in middelbare scholen. Voor vele studenten is het dan ook belangrijker om deel uit te maken van het school team dan de beste van de klas te zijn. (vooral inzake beurzen voor de universiteit). Studenten die overtreffen in sport noemt men 'jocks' omdat ze te dom of lui zijn om te slagen voor hun academische vakken.
Hoewel dit stereotype niet altijd klopt, verwaarlozen topsporters hun schoolwerk regelmatig. Hierdoor hebben scholen strengere regels geïntroduceerd, waarbij enkel studenten die slagen voor hun vakken mogen deelnemen in na-schoolse sporten. Sport staat centraal bij schoolse activiteiten en er komt veel ceremonie bij kijken.
Naast sport zijn er ook andere activiteiten die na de schooluren doorgaan, zoals wetenschappen, muzikale activiteiten (bv. band en koor), kunst en drama, taal scholen. Bijna elke school heeft een schoolkrant en gewoonlijk is er ook een donkere kamer voor het ontwikkelen van foto's.
Hogescholen, universiteiten en werkgevers hechten aanzienlijk veel waarde aan prestaties van studenten in extra activiteiten bij de middelbare scholen. Middelbare scholen zijn ook belangrijke sociale centra. Bovendien zijn er veel deelnemers aan school-georganiseerde sociale evenementen zoals terugkomst parades (met koninginnen) en dansen.